Eettypes: misschien heb je de term wel eens gehoord, maar wat het houdt het nu precies in? Om je relatie met eten te verbeteren, is een van de eerste stappen je bewust te worden van wat voor eettype je bent, met andere woorden: welk eetgedrag laat je zien?

We kunnen vier verschillende soorten eetgedrag onderscheiden. De meeste mensen (voornamelijk vrouwen, maar zeker ook mannen) herkennen al deze varianten wel een beetje. Hieronder vind je een beschrijving van elk eettype én wat je nu met deze kennis kunt doen.

Eettype 1: extern eetgedrag

Bij extern eetgedrag ga je eten of krijg je eetbuien als je denkt aan eten of als je hiermee geconfronteerd wordt. Zo kent iedereen wel de geur van versgebakken brood als je langs de bakker loopt. Kun je dit niet weerstaan en koop je dan iets wat je eigenlijk niet van plan was? Dat is extern eetgedrag. Je eet dan door een externe prikkel en niet omdat je echt honger hebt. Andere prikkels die zorgen voor extern eetgedrag zijn bijvoorbeeld:

  • zelf gaan eten als je anderen ziet eten
  • meer opscheppen dan je nodig hebt
  • meer en sneller eten als het lekker smaakt
  • niet van lekkere dingen af kunnen blijven (in huis, op feestjes)
  • proeven van eten tijdens koken

Je leest vaak de volgende manieren om hiermee om te gaan: doe boodschappen met een volle maag, leer nee zeggen als je iets wordt aangeboden, en haal minder in huis. Deze tips kunnen inderdaad nuttig zijn, maar we vergeten de stap die hieraan voorafgaat: aanvoelen wat je echte behoefte is en luisteren naar je hongergevoel.

zittend eten

Eettype 2: emotie-eten

Bij emotie-eten ga je eten (of krijg je eetbuien) als gevolg van emoties waar je niet goed mee om kunt gaan. Dat kunnen allerlei soorten emoties zijn: irritatie, boosheid, verveling, teleurstelling, verdriet, vermoeidheid, eenzaamheid, bezorgdheid, angst, rusteloosheid, spanning, noem maar op. Eten kan bijvoorbeeld troost voor je zijn. Meestal eet je bij emotie-eten ongezonde dingen met veel suiker, vet of zout. Alles om iets anders te voelen dan je achterliggende emoties.

Maar op het moment zelf ben je je vaak niet eens bewust van je gevoelens, laat staan dat je ze kunt benoemen. Waarschijnlijk voel je vooral een soort onrust, die maakt dat je iets moet eten. Eten uit positieve emoties, zoals vreugde, blijdschap, verliefdheid of geluk, kan trouwens ook.

Hoe kom je los van emotie-eten?

Eettype 3: lijngericht eten

Bij lijngericht eten wissel je periodes van lijnen af met eten. Hieronder ligt een conflict: je wilt eigenlijk afvallen, maar tegelijkertijd heb je de wil om te eten. Lijngerichte eters denken over eten als goed of slecht. Ook hebben ze vaak lijstjes met eten dat ze eigenlijk niet mogen.

Mensen die veel lijnen, hebben ook gedachten als: ‘het is nu toch al verpest’ en eten dan de rest van het pak ook op ‘want het is nu toch al bijna op’ (ik herken dit ook bij mezelf). Ze zijn heel gefocust op hun gewicht.

Ook de volgende gedragingen komen veel voor bij lijngericht eters: 

  • minder eten als je bent aangekomen, en na een periode van teveel eten
  • vaak proberen minder te eten
  • minder eten dan je hongergevoel aangeeft
  • letten op hoeveelheden, tellen van calorieën
  • gebruiken van eiwitpreparaten, maaltijdvervangers en dieetproducten
  • overslaan van maaltijden

Eettype 4: stress-eten

Behalve bovenstaande typen is er nog een vierde type eetgedrag, namelijk stress-gerelateerd eetgedrag: zoals bijvoorbeeld het eten van grote porties koolhydraten aan het einde van een werkdag. Soms wordt gegrepen naar eiwitrijke voeding, zoals kaas of worst.

Kun je meerdere eettypes tegelijk zijn?

Herken je jezelf in meerdere types? Dat kan, je kunt ook een combinatie van deze gedragingen laten zien. Extern gericht eten gaat bijvoorbeeld vaak samen met emotie-eten, of lijngericht eten met emotie-eten, of. Zo kun je als het diëten maar niet wil lukken (lijngericht eten) uit verdriet of frustratie aan het snaaien slaan (emotie-eten). 

Zelf heb ik de neiging om te gaan eten als ik andere mensen zie eten en eet ik ook wel eens meer door stress. Ook let ik nog wel eens op hoeveelheden door porties te wegen bijvoorbeeld. Dit komt echter veel minder vaak voor dan vroeger toen ik me nog totaal niet bewust was van mijn eigen gedrag.

Worst

Wat kun je hier nu mee?

Nu je iets meer weet over verschillende typen eters, is het ook fijn om te weten wat je eraan kunt doen. Want welk type jij je ook mee identificeert, het kan je leven af en toe flink lastig maken. Maar je kunt er dus echt iets aan doen.

Afhankelijk van het type gedrag dat je vertoont, kun je technieken aanleren om nieuw, gewenst gedrag te laten zien. Bijvoorbeeld door stap voor stap de restricties die je jezelf hebt opgelegd, los te laten. En weer te leren luisteren naar je honger- en verzadigingssignalen.

Belangrijk is ook om saboterende gedachten (zoals “wat ben ik ook waardeloos, ik kan ook niks”) om te zetten in helpende gedachten zodat je je weer lekkerder in je vel voelt. Daarnaast is het nodig om te weten wat je echte behoeftes zijn en op manieren om te gaan met je emoties zonder naar eten te grijpen.

Al deze dingen leer je in mijn online cursus Gezond leven en emotie-eten aanpakken. Hier help ik je om weer rust in je hoofd te krijgen als het gaat om eten maar ook om hoe je in het leven staat.

Er is geen goed of fout eten, én je mag eten wanneer je honger hebt!

Bij elk type eter hoort allerlei gedrag en ervaar je allerlei obstakels waardoor het lastig wordt om gezonder te eten. Hier zijn twee van de belangrijkste dingen om te beseffen als je al langere tijd volgens een dieet eet, of met eetregels leeft en hier vanaf wilt:

  1. Geen enkel eten is goed of fout. Je mag eten wat je wilt, daar zijn geen regels aan verbonden. Je lichaam herkent die regels niet en als je jezelf inhoudt, zoekt je lijf alleen maar naar manieren om datgene wél te eten, zoveel als het nodig heeft. Als je tegen een kind zegt dat het geen koekje mag, dan staat het geheid later in de keuken met zijn hand in de koekjestrommel!
  2. Als je na een uur alweer honger krijgt, mag je óók eten. Het is heel belangrijk dat je weet dat er straks ook weer een eetmoment komt. Misschien krijg je binnen een uur na een maaltijd al honger. Dan mag je gewoon eten, het is er voor je. Je hebt toch honger? Als je namelijk onzeker bent over wanneer je weer ‘mag’ eten, eet je altijd teveel. Je weet dan niet wanneer je weer toegang tot eten hebt dus wordt het een soort laatste avondmaal. Dus: geef jezelf onvoorwaardelijk toestemming om te eten. Dat betekent niet dat je altijd maar alles eet wat los en vast zit. Maar wel dat je honger en verzadiging respecteert: dat je eet als je honger hebt en stopt als je verzadigt bent. Simple as that.

In welk type eter herken jij je?